Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Individuele burgers krijgen door het EU-lidmaatschap meer invloed op het buitenlandbeleid. Dat stelt hoogleraar Europees recht Christina Eckes op vrijdag 9 november in haar oratie aan de Universiteit van Amsterdam.
Christina Eckes, hoogleraar FdR, Europees recht
Foto: Dirk Gillissen

Eckes: ‘De Europese integratie wordt door burgers regelmatig gevoeld als beperking van de macht van nationale overheden, en daarmee als een beperking van hun eigen invloed. Maar burgers krijgen door de Europese Unie juist meer mogelijkheden om de externe betrekkingen van de EU – en daarmee indirect ook dat van hun eigen lidstaat – te beïnvloeden.’

Drie machtsparadoxen

In haar oratie gaat ze in op drie machtsparadoxen die inherent zijn aan de rol van de EU in internationale betrekkingen. Deze paradoxen laten zien dat Europese integratie op verschillende manieren voordelig is voor Europese burgers in een globaliserende wereld, maar ook waarom het tegelijkertijd zo moeilijk is om deze voordelen zichtbaar te maken in het publieke debat.

‘Ten eerste geven EU-lidstaten bevoegdheden en macht aan de Europese Unie, met daarbij het vage verlangen dat dit hun macht en autonomie in de wereld zal vergroten, maar vervolgens krijgen ze daar dan spijt van,’ aldus Eckes.

‘Ten tweede compenseert de EU haar zwakke positie die ontstaat doordat zij geen Staat is, door sterke beperkingen op te leggen aan de nationale lidstaten middels het EU-recht. Ten derde, terwijl het overdragen van de macht de nationale overheden beperkt, maakt het burgers machtiger op het gebied van internationale betrekkingen, omdat in Europa het Europese Parlement een sleutelrol heeft bij het instemmen met internationale verdragen en meer controle macht heeft over de uitvoerende instanties dan nationale parlementen. ’ 

Legitimeren EU-buitenlandbeleid

Deze machtsparadoxen maken het moeilijk, maar cruciaal voor de Europese Unie om EU-buitenlandbeleid en de beperkingen die dit oplegt op unilaterale nationale acties uit te leggen en te legitimeren, zo betoogt Eckes. Hiernaast is het cruciaal dat burgers zien en begrijpen welke mogelijkheden ze hebben om EU-buitenlandbeleid te controleren en te beïnvloeden. De Europese integratie geeft de Europese burger de mogelijkheid meer zeggenschap te houden over het internationale beleid in een globaliseerde wereld.

Uiteindelijk, zo concludeert Eckes, zullen de lidstaten moeten accepteren dat zij alleen hun stempel op de internationale gemeenschap kunnen zetten door middel van het opereren vanuit de EU en dat dit zich moeilijk verenigd met een sterke individuele rol van deze lidstaten in internationale betrekkingen.