Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Janneke Horn (1967) is benoemd als hoogleraar Neuro-Intensive Care Geneeskunde, aan de Faculteit der Geneeskundefaculteit van de Universiteit van Amsterdam (UvA-Amsterdam UMC).
Janneke Horn (foto: Kirsten van Santen)
Janneke Horn (foto: Kirsten van Santen)

Horn is neuroloog-intensivist en doet onderzoek naar problemen van het centraal en perifeer zenuwstelsel bij intensive-carepatiënten. Een neuroloog-intensivist is een neuroloog met een aantekening als intensivist. In Nederland is het aantal neuroloog-intensivisten beperkt. Horn: ‘We zijn een vrij zeldzame ‘diersoort’ en ik ben de eerste hoogleraar Neuro-Intensive Care Geneeskunde.’

Moeilijke keuzes na reanimatie

Horn doet onder andere onderzoek bij patiënten die in een coma zijn geraakt na een reanimatie. Als hoogleraar wil ze dit uitbreiden naar coma bij andere patiëntgroepen. ‘Zoals mensen met een grote hersenbloeding of na een groot ongeluk. Die patiënten, jonge mensen vaak, liggen op de Intensive Care (IC) en worden soms niet meer wakker of niet goed wakker. Dan ontstaat de discussie: gaan we door met behandelen? Als je stopt, komt iemand te overlijden, dat is duidelijk. Als je doorgaat, is de toekomst onzeker. Herstelt iemand voldoende en blijft er een acceptabele kwaliteit van leven over? Dat weet je vooraf niet. Het zijn moeilijke dilemma’s. Soms ga je door met behandelen, maar is het herstel onvoldoende. En dan zit je ineens in een situatie waar niemand terecht had willen komen. Maar ook het omgekeerde geldt: je wilt niet stoppen met behandelen als iemand er redelijk uit kan komen.’

Horn zoekt naar tools om dergelijke ingrijpende keuzes op de IC beter te kunnen maken. ‘Om kwaliteit van leven vooraf te kunnen inschatten.’ Ze denkt daarbij aan een combinatie van MRI-scans, EEG’s (hersenfilmpjes) en bepaalde bloedwaarden. ‘We hebben dat al voor mensen die na een reanimatie niet direct wakker worden. Bij hen doen we bepaalde metingen op basis waarvan we bepalen of doorgaan met behandelen zinvol is. Een dergelijke richtlijn wil ik ook ontwikkelen voor andere patiëntgroepen op de IC.’

IC-zwakte

Een heel andere onderzoekslijn van Horn gaat over IC-zwakte. Na een IC-opname hebben veel patiënten last van ernstige spierzwakte, doordat ze lange tijd inactief in bed hebben gelegen. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat spier- en zenuwweefsel aangetast wordt door de ontstekingsreactie van het lichaam. ‘Als je heel erg ziek wordt, moet je lichaam veel afweer opbrengen. Die afweerreactie ontspoort regelmatig waardoor spieren en zenuwen beschadigen.’

Allerlei factoren kunnen IC-zwakte beïnvloeden, legt Horn uit, zoals de ontstekingsreactie van het lichaam, stofwisseling, voeding, et cetera. Dat maakt het onderzoek erg breed. ‘Het zou ons enorm helpen als we vooraf konden bepalen welke patiënten last krijgen van IC-zwakte. En of dat komt door aantasting van de spieren of van het zenuwweefsel. Je zou je revalidatietraject daarop willen afstemmen. Maar zover zijn we nog niet. Dit staat nog in de kinderschoenen.’

Loopbaan

Horn deed de opleiding tot neuroloog in Amsterdam en Enschede. Ze promoveerde in het AMC en volgde daar ook de IC-opleiding. Ze begeleidt nu verschillende  promovendi en is betrokken bij de opleiding van aankomende intensivisten. Eerder was Horn voorzitter van de richtlijncommissie voor Prognose van postanoxisch coma (coma na reanimatie). ‘En omdat ik een vrij zeldzaam specialisme heb, word ik vaak gevraagd voor een second opinion. Als in een ander ziekenhuis bijvoorbeeld een patiënt in coma ligt.’