Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Op 23 juli overleed oud-medewerker Kees den Breejen. Hij was tussen 1991 en 2011 in deeltijd werkzaam als universitair docent Recht op de afdeling Politicologie. Oud-collega's delen hun herinneringen.

Herinneringen aan Kees den Breejen

Mijn herinneringen aan Kees den Breejen gaan meer dan vijftig jaar terug. Als tweedejaarsstudent Politicologie deed ik in de zomer van 1969 mondeling tentamen Recht bij Kees. Het werd een aangenaam en ontspannen gesprek in het pand aan de Herengracht, waarbij we het voornamelijk over het boek Beginselen van Nederlands Staatrecht van Belinfante hadden. Daar lag duidelijk zijn belangstelling, ik kon me daar goed in vinden.

Vanaf 1975 was Kees in de eerste plaats dominee en was hij nog maar weinig op de faculteit. In de periode 2002 tot 2012 spraken we elkaar soms, meestal bij het kopieerapparaat. Wat daarbij vooral op viel was zijn grote betrokkenheid, niet alleen bij het staats- en bestuursrecht maar ook bij de leden van zijn kerk.  Hij was weliswaar met emeritaat als dominee van de Protestantse Gemeente Enschede maar bleef sterk betrokken bij de slachtoffers van de vuurwerkramp in Enschede. Hij sprak met groot gevoel en inleefvermogen over wat zij hadden meegemaakt.    

- Philip van Praag

Mr dr Kees van Breejen gaf al in 1975 staatsrecht aan de FSW-A. Zo heette onze faculteit toen ik daar werd aangesteld als wetenschappelijk meedewerker bij de afdeling Politicologie. Ik was toen Marxist en dat gold ook voor een drietal andere jonge medewerkers die tegelijkertijd werden aangesteld om de colleges die door prof. Daudt werden gegeven over de nemen. Prof Daudt was namelijk in staking gegaan uit protest tegen de collegeverstoringen van een groep anarchistische studenten.

In die roerige tijden, waarin de jonge generatie tegen de oude generatie in opstand kwam en iedereen met iedereen ruzie maakte, was Kees den Breejen een baken van wijsheid en verdraagzaamheid. In de formele zin van het woord heb ik geen les van hem gehad, maar ik kwam hem tegen in commissies en raden en daar leerde ik veel van hem. Je kon bijna geen ruzie met hem krijgen: hij was altijd bereid om te luisteren naar je argumenten en zijn tegenwerpingen waren nooit bedoeld om een discussie te winnen, maar om de standpunten helderder te maken en 'te bevragen'.

Kees was zowel herder als leraar. Naast zijn part-time aanstelling aan onze faculteit was hij ook dominee in Bunnik. Ik sprak graag met hem over de bijzondere combinatie van theologie en rechtsgeleerdheid.  Ik was een overtuigde atheist, maar ook mij wist Kees zachtaardig te inspireren.

- Meindert Fennema

Kees den Breejen was de eerste vijf jaar van mijn tijd aan de UvA een dag per week mijn kamergenoot in BG 3.11. Dat was elke week reden voor een mooi gesprek, want daar was Kees goed in. Soms begon het met een anekdote uit het volle leven - bijvoorbeeld die keer dat hij binnenkwam en me grijnzend vroeg of hij wat geld en een kopieerkaart kon lenen, want hij had net op weg van het CS naar werk zijn eigen geld afgegeven aan iemand die hem een pistool tegen de rug had gehouden. Of hij vertelde, met pretoogjes, over een merkwaardig voorval in de baan waar hij de andere vier dagen mee vulde: predikant in de protestantse kerk. Soms begon het met een vraag van mij op het gebied van zijn velden van expertise: bestuurs- en milieurecht. En hij hoorde graag over het wel en wee van mijn kinderen, die beiden werden geboren in de tijd dat wij een kamer deelden.

Maar het meest sprak Kees over het college dat hij net had gegeven. Over een mooi voorbeeld dat hij had bedacht, een scherpe observatie van een student, of een mooie groepsdiscussie.  Hij hield van het recht, van college geven en, vooral, van de wisselwerking met studenten. Onze gesprekken gingen gewoon door toen we geen kamergenoten meer waren, en na zijn pensionering ook nog een tijd: hij was er geregeld omdat hij onderwijs geven tóch niet goed kon loslaten.

En daarnaast was hij na zijn pensionering gaan werken voor adviesbureau Tauw, op het gebied van duurzaam waterbeheer: een gedeelde interesse. Gaandeweg werden gesprekken briefjes over en weer, in de zomer en met de Kerst en soms tussendoor. Van zijn kant altijd hartelijk, meelevend, belangstellend én zeer openhartig over zijn eigen belevenissen, gedachten en gevoelens. Ook daar was Kees goed in.

- John Grin

Sinds vele decennia gaf Kees college staats- en bestuursrecht. Later, na zijn pensionering, bleef hij actief als docent bij het vak Rechtsorde Politicologisch Beschouwd. Hij boeide studenten met verhalen uit de praktijk, hoe hij als voorzitter van een bezwaarschriftencommissie tijdens de hoorzitting informatie boven water haalde die van belang was voor het oordeel. Kritisch nadenken, maar vooral geinteresseerd zijn in je medemens leerde Kees zijn studenten. Hij was erg geliefd onder studenten. Voor hem was verbinden belangrijk.

Opmerkelijk of misschien juist niet, gezien zijn interesse in zijn medemens, was de combinatie van het parttime werk bij ons werkte naast zijn werk als dominee in zijn woonplaats. Een dominee die verbond, contacten met andere christelijke gezindten aanging, maar ook contact zocht met de plaatselijke moskee.

- Charlotte Hille

Kees den Breejen was jaren- ja decennialang een vaste waarde binnen de Afdeling Politicologie, zij het iemand die vrijwel nooit op de voorgrond trad. Kees gaf bij ons staats- en bestuursrecht. En iedere keer als er weer een aanslag werd gedaan op het mooie brede profiel van de politicologie en daarbij het recht volledig dreigde te verdwijnen, kwam Kees in het geweer. Het was natuurlijk een tragische situatie. In de ‘Zevende’ faculteit was recht terecht een cruciaal onderdeel van het curriculum. Maar iedere keer weer viel er wat weg. Recht werd in de jaren tachtig een ‘hoekje’ in de vakgroep bestuurskunde. Eerst nog met een volwaardige prof, Herman van den Brink, maar daarna zochten de bestuurs- en staatsrechtjuristen hun thuis op in de Rechtenfaculteit. En natuurlijk kwam er toen nooit meer echt iets van de beoogde invulling van ons curriculum door de juristen die nu elders zaten. Maar gelukkig hadden wij Kees den Breejen. Hij was eigenlijk predikant in het oosten des lands, maar een dag per week was hij bij ons, om generatie na generatie, cohort na cohort, de beginselen bij te brengen van het staats- en bestuursrecht. Met zijn kenmerkende brede lach en zachte stem, vroeg hij, gedreven door passie voor het vak, aandacht voor het recht. Studenten die hem wilden begrijpen pakten de uitdaging op en volgden vakken bij de juridische faculteit. En voor zijn collega’s was hij de verpersoonlijking van de brug tussen recht en politiek.

- Maarten Hajer