Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
In de huidige ‘obesogene’ omgeving waar ongezond voedsel overal gemakkelijk en goedkoop te verkrijgen is, zijn overgewicht en obesitas een groot probleem voor de gezondheid. Veel (overheids-) organisaties proberen mensen daarom te stimuleren om gezondere voedselkeuzes te maken door hen te informeren over wat gezonde voeding is. Echter, wanneer er stimuli in de omgeving aanwezig zijn die mensen hebben geleerd te associëren met bepaalde snacks, kiezen mensen voor het bijbehorende (ongezonde) voedselproduct. Zelfs wanneer zij weten dat het product ongezond is. Dit blijkt uit onderzoek van psychologen Aukje Verhoeven, Poppy Watson en Sanne de Wit van de Universiteit van Amsterdam.
FlickrCC
NiklasRhöse, FlickrCC

De onderzoekers keken naar het effect van gezondheidswaarschuwingen op voedselkeuzes in de aan- en afwezigheid van voedselgerelateerde stimuli. Het gaat dan om alles wat met eten geassocieerd wordt, van een reclame die je aan een lekkere snack doet denken tot het zien of ruiken van eten waardoor je zin krijgt om ook te gaan eten.

De intentie is er

Verhoeven: ‘Vaak zorgen gezondheidswaarschuwingen er wel voor dat mensen de intentie hebben om voor gezondere voedselproducten te kiezen, maar uiteindelijk kiezen veel mensen toch voor ongezonde voedselproducten. Onze hypothese was dat dit onder andere komt doordat mensen leren om bepaalde cues in de omgeving te associëren met bepaalde voedselkeuzes. Zo gaat het eten van een cheeseburger herhaaldelijk samen met het zien van een groot M-logo. Hierdoor ontstaat er een sterke associatie tussen de stimulus (het logo) en de belonende ervaring van het eten van een cheeseburger. Enkel het zien van die M zorgt er vervolgens  al voor dat we zin krijgen in een hamburger, en lokt zo het aangeleerde gedrag uit om naar het fastfood restaurant te rijden. Ongezonde keuzes worden dus via aangeleerde associaties relatief automatisch uitgelokt, waardoor gezondheidswaarschuwingen, die inspelen op bewuste keuzes, weinig effect hebben’.

Met een specifieke computertaak,  de Pavloviaanse -instrumentele transfer taak, konden de onderzoekers op een gecontroleerde manier de leerprocessen tussen bepaalde (voedsel)uitkomsten en omgevingsstimuli bij proefpersonen nabootsen. ‘Gezondheidswaarschuwingen voor gezonde voedselkeuze blijken alleen effectief in een omgeving waar geen voedselcues aanwezig zijn. Wanneer er wel stimuli aanwezig zijn die mensen hebben geleerd te associëren met bepaalde snacks, kiezen ze voor het bijbehorende (ongezonde) voedselproduct, zelfs wanneer zij weten dat het product ongezond is, of helemaal geen zin hebben in dat eten. Het maakte hierbij niet uit of we proefpersonen waarschuwden voor- of nadat zij de associaties met omgevingscues leerden’, aldus Verhoeven.

Gezonde voedselkeuze vergroten

Hoe zorg je ervoor dat mensen niet alleen een intentie hebben om gezondere voedselproducten te kopen, maar het ook daadwerkelijk te doen? De onderzoekers adviseren mensen, en specifiek kinderen, minder bloot te stellen aan stimuli gerelateerd aan ongezonde voeding, bijvoorbeeld door reclame voor ongezond voedsel terug te dringen. Anderzijds, suggereren de resultaten dat deze processen ook kunnen werken voor het verhogen van keuzes voor gezonde producten. Verhoeven: ‘Het is dus raadzaam om mensen meer in aanraking te laten komen met gezonde voedselproducten in relatie tot bepaalde omgevingscues, bijvoorbeeld door meer reclame voor gezonde producten te vertonen. De omgeving zou ook zo ingericht kunnen worden dat de gezonde keuze de gemakkelijkste is. Denk bijvoorbeeld aan kantines waarbij gezonde producten vooraan liggen of de appeltjes en gezonde tussendoortjes bij in de kassa in plaats van de chocoladerepen. Op deze manier geef je mensen een duwtje in de goede richting’.

Publicatiegegevens

Aukje A. C. Verhoeven, Poppy Watson, & Sanne de Wit: ‘Failing to pay heed to health warnings in a food-associated environment’ in: Appetite, 1 januari 2018. https://doi.org/10.1016/j.appet.2017.10.020