Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Welk negatief effect heeft de gegevensverzameling van de NSA gehad op de gemiddelde burger? Welke schade ondervindt het individu van de camera’s die tegenwoordig op vrijwel elke straathoek hangen? In een wereld waarin datastromen alsmaar toenemen en data-analyse alsmaar sneller wordt, is het steeds moeilijker om privacy adequaat te beschermen. Daarom wordt het tijd om privacy niet langer uitsluitend als individueel recht te zien, betoogt Bart van der Sloot, maar ook als zorgplicht van dataverwerkers. Hij promoveert op vrijdag 30 juni aan de Universiteit van Amsterdam.
-
Beeld: Flickr CC

‘Het individu heeft wel het recht om zijn privacy te claimen, maar is zich vaak niet bewust van het feit dat zijn data überhaupt worden verwerkt. En weet hij het wel, dan is hij vaak niet in staat om het op te nemen tegen grote multinationals of overheidsorganisaties’, aldus Van der Sloot. Daarnaast is het steeds lastiger om te bepalen hoe grote dataverwerkingsprocessen een individu precies raken. ‘Dus heb ik onderzocht of privacy misschien op een andere manier moet worden benaderd, bijvoorbeeld als zorgplicht van de dataverwerker.’

Deugdethiek

Van der Sloot baseert deze benadering op de deugdethiek, een filosofische stroming die de zorgplichten benadrukt van personen en instituten. Actoren hebben in deze stroming niet alleen negatieve verplichtingen, zoals iemand geen kwaad doen, maar ook positieve verplichtingen om goed te doen. Van der Sloot haalt het werk van Lon. L. Fuller aan, die een dergelijke benadering toepast op staten. ‘Zij hebben, volgens Fuller dus, een set minimum- en maximumverplichtingen, die beide niet direct gerelateerd zijn aan de rechten of belangen van het individu’, legt hij uit. ‘De minimumverplichtingen zijn onder meer verbonden aan de rechtstatelijke principes van transparantie en duidelijkheid van de wet en de vereiste dat de wet niet het onmogelijke van burgers mag verlangen. De maximumverplichtingen zijn gerelateerd aan het streven om de vrijheid van de burger zo veel mogelijk te bevorderen.’

Data-analyse aan banden

 Hoe kan deze deugdethische benadering worden toegepast op privacy- en gegevensbeschermingsregulering? Van der Sloot betoogt dat staten altijd aan een set minimumvereisten moeten voldoen als het om dataverwerking gaat, ook al betreft het geen persoonsgegevens. ‘De regulering moet in ieder geval altijd aan de minimumvoorwaarden van legitimiteit en legaliteit voldoen’, zegt hij, ‘de overheid mag bijvoorbeeld geen gegevens verzamelen zonder daar eerlijk over te zijn en democratische controle toe te laten. Ook de analyse van data – dus niet alleen het verzamelen of het gebruik – moet aan banden worden gelegd volgens Van der Sloot. ‘Houden staten zich hier niet aan, dan handelen zij ondemocratisch en onrechtstatelijk, ongeacht de vraag of individuen concrete schade hebben ondervonden van de gewraakte praktijken’, aldus Van der Sloot.

Sociale stratificatie tegengaan

Tot slot geeft hij drie maximumverplichtingen mee: staten hebben de plicht om de autonomie van burgers te versterken, diversiteit in de samenleving te vergroten en sociale stratificatie tegen te gaan. Als uit politiecijfers bijvoorbeeld blijkt dat personen met een bepaalde etnische achtergrond meer voorkomen in de misdaadstatistieken, dan moet de staat deze kennis niet alleen gebruiken om harder op te treden tegen deze groepen, maar ook om de oorzaken hiervan tegen te gaan. ‘Net zoals bedrijven steeds meer idealen nastreven vanuit een idee van maatschappelijk verantwoord ondernemen, zullen staten ook hun gegevensverwerkingsprocessen zo moeten inrichten dat zij optimaal zijn gericht op het vergroten van de gelijkheid in de samenleving en vrijheid van burgers, niet slechts op straf en repressie zoals nu nog te vaak gebeurt’, aldus Van der Sloot.

Promotiegegevens

Dhr. B. van der Sloot: Privacy As Virtue: Moving Beyond the Individual in the Age of Big Data. Promotoren zijn prof. dr. N.A.N.M. van Eijk en prof. dr. B. Roessler. Copromotor is dr. mr. N. Helberger.

Tijd en locatie

Vrijdag 30 juni, 10.00 uur. Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.