Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Trekvogels die in eenzelfde gebied in Europa broeden, spreiden zich over heel Afrika uit tijdens onze winter. In een nieuwe studie laat UvA-bioloog Wouter Vansteelant met collega-onderzoekers uit Finland nu zien hoe de bestemming van individuele vogels in hoge mate wordt bepaald door de windomstandigheden die ze tegenkomen als ze voor het eerst de trek naar Afrika maken. De resultaten zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift 'Proceedings of the Royal Society B'.
Wespendieven Ivar en Sven
Foto: Patrik Byholm

Tot nu toe was er weinig bekend over hoe landtrekvogels leren migreren. Veel jonge trekvogels sterven onderweg naar Afrika, door hongersnood of als prooi van een ander dier of van jagers, of door ander ongeluk zoals botsen tegen een elektriciteitsmast. Vansteelant vertelt: ‘Als onderzoeker neem je een risico om met dure trackingapparatuur jonge vogels te volgen. We kiezen meestal voor volwassen vogels, omdat die een hogere kans hebben op overleving. In deze studie hebben we echter satellietzenders gekoppeld aan 31 jonge wespendieven die in Finland op een paar kilometer van elkaar vandaan uit het ei waren gekropen.’

Meer dan 3000 km uit elkaar

Van de 31 wespendieven waren er nog 27 in leven toen hun reis begon vanuit het zuidwesten van Finland naar bezuiden de Sahara. Vansteelant: ’Vierentwintig van hen overleefden hun eerste migratie. Ze eindigden van ver west in Afrika, in Mali tot aan ver oost in Kongo. De meest westelijk neergestreken vogel bevond zich maar liefst 3340 kilometer van de meest oostelijke.’ Vansteelant en collega’s vonden dat de plek waar de jonge wespendieven terecht kwamen, in hoge mate afhing van de windomstandigheden die ze onderweg tegenkwamen. ‘Ook zagen we dat sommige vogels afweken van de te verwachten koers, bijvoorbeeld een aantal individuen die de Baltische Zee ontweken door over land via Scandinavië te vliegen. Daardoor kwamen die in Afrika een stuk verder westelijk uit dan door de invloed van zijwinden kan worden verklaard.’

Kaart over trek wespendieven. Blauwe kleuren tonen waar de vogels westwaartse wind hebben ervaren; rode kleuren tonen waar ze oostwaartse wind hebben ervaren.
Blauwe kleuren tonen waar de vogels westwaartse wind hebben ervaren; rode kleuren tonen waar ze oostwaartse wind hebben ervaren (beeld: Wouter Vansteelant)

Toeval bepaalt

Dat jonge wespendieven zich zo door de wind laten meevoeren tijdens hun eerste migratie, toont aan dat hun winterbestemming niet in de genen zit en dat vooral het toeval bepaalt waar zij hun hele leven lang zullen terugkeren om te overwinteren. Vansteelant: ´Deze strategie is waarschijnlijk erg algemeen onder trekvogels en kwam wellicht tot stand toen trekvogels geschikte habitats vonden over de gehele breedte van tropisch Afrika.’ Rest de vraag of die strategie levensvatbaar blijft als door de steeds verdergaande intensivering van landbouw, ontbossing en klimaatverandering grote delen van de overwinteringshabitat verloren gaan in Afrika. ´Als we Europese trekvogelpopulaties in stand willen houden, dan moeten we mikken op grootschalige verduurzaming van economische ontwikkeling in Afrika, eerder dan op bescherming van een paar reservaten’, besluit Vansteelant.

Publicatiegegevens

W.M.G. Vansteelant, J.Kekkonen & P. Byholm: Wind Conditions and Geography Shape the First Outbound Migration of Juvenile Honey Buzzard and their Distribution across Sub-Saharan Africa, in: Proceedings of the Royal Society B (24 mei 2017). DOI: 10.1098/rspb.2017.0387