Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Schoonheid is een bron van macht en invloed. Het feit dat niet iedereen even zeer voldoet aan de heersende schoonheidsidealen betekent dat die macht niet eerlijk is verdeeld. Dat is een van de bevindingen van hoogleraar Giselinde Kuipers en haar onderzoeksgroep, die schoonheidsidealen sociologisch tegen het licht houden. Op 11 oktober delen de wetenschappers hun inzichten bij SPUI25, waar striptekenaars live mee tekenen met de verhalen.
FlickrCC
Credits: Nicolas Nova (FlickrCC)

Promovenda Sylvia Holla doet verslag van haar veldwerk in de modewereld in drie Europese landen. Ze probeerde te achterhalen wie bepaalt hoe de kaarten geschud zijn, wat mooi is en wat niet. Hoewel ze vermoedde dat de modellen er zelf veel over te zeggen zouden hebben, kwam ze daar in loop van haar onderzoek op terug. Het leger aan uitvoerende krachten als fotografen, scouts, modellentrainers, visagisten, regisseurs en bookers bepalen het beeld. De modellen zelf hebben er eigenlijk weinig over te zeggen.

Geopende mond en holle blik

Collega Elise van der Laan bestudeerde de schoonheidsidealen die modetijdschriften presenteren. Ze zag dat zich de afgelopen dertig jaar steeds meer een scheidslijn tussen high en low fashion aftekent en dat modellen in die high-fashion-kant een steeds legere en passievere look vertolkten, met geopende mond en holle blik, waar weinig persoonlijkheid en eigenheid uit spreekt.

Kuipers richtte zich op de perceptie van modebeelden, hoe de industrie beïnvloedt wat mensen daarbuiten mooi of lelijk vinden. Daarbij stuitte ze op verrassende complexiteit. Ze ontdekte bijvoorbeeld dat onze perceptie van schoonheid van lichamen sterk overeenkomt met wat mooie modellenlichamen zijn: strak, jong, slank.

Maar bij gezichten liepen de smaken veel meer uiteen. De één hield van vrouwengezichten met een Libelle-look, de ander van de Vogue- of juist de pornolook, terwijl weer anderen vielen voor gezichten die helemaal niet in een van die modellenclusters zijn te plaatsen. Mannengezichten vielen bij sommigen in de smaak wanneer ze heel stoer en mannelijk waren, terwijl anderen juist de iets markantere gezichten van de catwalk het mooist vonden.

Op basis van de achtergrond en maatschappelijke positie van de kijker in kwestie, herkent Kuipers ook ongelijkheid in de perceptie van schoonheid – althans waar het om gezichten gaat.

Kuipers: ‘Jonge, stedelijke, hoogopgeleide kijkers vielen op minder gangbare gezichten, in die zin geeft ‘goede smaak’ dus ook gestalte aan een vorm van ongelijkheid, maar dan juist aan de kant van de perceptie van schoonheid.’

Tenslotte geeft de Italiaanse collega Elisa Arfini een kijkje in de keuken van het schoonheidsonderzoek. Hoe bekijk je een modefoto door een wetenschappelijke blik? Waar moet je op letten, wat zijn sprekende details?

Bij de presentatie is het team van ERCcomics aanwezig. In dat internationale wetenschapsproject maken striptekenaars verhalen op basis van wetenschappelijk onderzoek. Kuipers onderzoek is één van de zestien projecten waar een stripverhaal aan wordt gewijd. De eerste aflevering staat al online en de komende negen maanden verschijnt iedere maand een nieuw deel.