Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
In zeventiende-eeuws Amsterdam produceerden schilders aan de lopende band goedkope werken. Dramatische taferelen van bijvoorbeeld Mozes naast een Farao die door de Rode Zee wordt verzwolgen. De bakker, slager en zelfs de biersjouwer hadden er eentje hangen, ontdekte kunsthistoricus Angela Jager in haar promotieonderzoek. ‘Ze werden voor een paar gulden verkocht, een beetje als de ingelijste posters die je nu bij IKEA koopt.’ Jager promoveert op 3 juni aan de Universiteit van Amsterdam.
Edams museum
Mozes naast de Farao die met zijn troepen door de Rode Zee verzwolgen wordt. Bron: Edams museum.

Om een beeld te krijgen van de schilderwerken die bij ‘gewone Amsterdammers’ aan de muur hingen, spitte de promovenda ruim driehonderd inventarissen door, bijvoorbeeld van arbeiders uit de lagere middenklasse die een etage huurden in de negen straatjes. ‘Bijna iedereen bezat wel één of twee schilderijen, zelfs een dagloner als de biersjouwer had iets aan de muur hangen.’

Kitch

Waarom mensen een schilderwerk kochten en ophingen is niet met zekerheid te zeggen – hun beweegredenen staan immers niet in de inventarislijsten vermeld. Maar Jager heeft wel een vermoeden: ‘Het waren veelal dramatische Bijbelse taferelen, bijvoorbeeld van Jefta die zijn dochter offert. Een soort kitch, met een verschrikte Jefta en omstanders die huilend toekijken. Ze beschreven thema’s als overspel en verraad waar we ook nu van smullen in films en series. Wellicht herinnerden de schilderijen mensen aan verhalen en levenslessen die ze in de kerk hadden gehoord.’

Dat het dit soort beeltenissen waren die de goedkope kunst sierden, wist Jager te reconstrueren door naast de inventarissen van woonhuizen, ook die van kunsthandelaren door te lichten. Waar de honderden schilderijen die daar op voorraad lagen gedetailleerd in staan beschreven. Vaak bleek eenzelfde compositie in verschillende formaten geproduceerd, zodat voor eenieder iets te vinden was dat boven de eettafel past.

Ook de rijke grachtengordel was niet vies van een goedkoop schilderijtje tussen de Rembrandts en Vermeers. ‘Dat was opvulling, kwantiteit was belangrijk. En men schaamde zich daar niet voor, de goedkope schilderijen hingen ook aan de muren die vanaf de straatkant te zien waren.’ De thematiek was wel anders dan op de goedkope schilderijen van de arbeiders. Rijkelui kozen eerder voor louter decoratieve genres, zoals landschappen en stillevens, of voor complexere mythologische verhalen en de meer bedeesde scenes uit het Nieuwe Testament. Bijvoorbeeld voor de beeltenis van moeder Maria met haar kind op schoot.  

Hollywood van de zeventiende-eeuwse schilderkunst
Echt mooi waren de schilderijen niet. ‘Het zijn duidelijk snel geschilderde werken, waar zo min mogelijk materiaal voor werd gebruikt.’ De kunsthandelaar of meester bedacht een compositie en werknemers of leerlingen schilderden zo’n voorbeeld tientallen of zelfs honderden keren na. ‘Zoals bij de reproductieateliers die nu in China of op Bali te vinden zijn.’

De schilders waren vaak jongemannen die naar Amsterdam afreisden om door te breken in de schilderkunst. ‘Amsterdam was de wereldwijde hoofdstad van de schilderkunst, zoals Hollywood dat nu is voor de filmindustrie.’ Maar net als in Hollywood, kon ook in Amsterdam niet iedereen zijn dromen waarmaken. ‘Schilders met minder talent, kapitaal en connecties slaagden er niet in een eigen atelier op te richten en sleten hun dagen in de productie van het ‘dosijnwerck’ als ‘galey-schilder’.

Promotiegegevens

Mw. A.  Jager: 'Galey-schilders' en 'dosijnwerck'. De productie, distributie en consumptie van goedkope historiestukken in zeventiende-eeuws Amsterdam. Promotor is prof. dr. E.J. Sluijter. Copromotoren zijn dr. H.T. Nijboer en dr. M.J. Bok.

Tijd en locatie

De promotie vindt plaats op vrijdag 3 juni om 12.00 uur.
Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.