Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Het Nederlandse strafrechtsysteem kan gebaat zijn bij een gedifferentieerder rechtshandhavingsbeleid voor crackgebruikers die voornamelijk drugs verkopen om te voorzien in hun eigen gebruik. Bovendien kunnen maatregelen om verslaving onder crackgebruikers te beperken en hun huisvestingsomstandigheden aan te pakken drugsgerelateerde misdaad aanzienlijk terugdringen. Dat zijn de belangrijkste conclusies van onderzoek door Alberto Oteo Pérez, die 18 mei a.s. promoveert aan de Universiteit van Amsterdam (UvA).
FlickrCC
Foto: Tyler Ingram (Flickr CC)

Vandaag de dag is crack, of rookbare cocaïne, de belangrijkste drug voor een groot gedeelte van de ‘probleemgebruikers’ in Nederland. Toch bestaat er tot op heden geen betrouwbare schatting van de omvang van deze groep en ook een representatief profiel ontbreekt.

Combinatie van verschillende steekproeven

Om deze leemte op te vullen maakte Oteo Pérez een schatting van de omvang van de groep regelmatige crackgebruikers in de drie grote steden (Amsterdam, Rotterdam en Den Haag). Hij benaderde hiervoor ruim 1000 crackgebruikers via een respondentgestuurde steekproef (RDS), een betrouwbare manier om via-via deelnemers te rekruteren. Zijn doel was het vaststellen van hun sociaaldemografische kenmerken, gebruikspatronen en bijbehorende problemen, waaronder betrokkenheid bij drugsgerelateerde misdaad. Daarnaast probeerde hij inzicht te krijgen in hun initiële bereidheid om deel te nemen aan farmacologische behandelingen.

Misdaad en huisvesting

Een groot aantal crackgebruikers bleek zich voornamelijk bezig te houden met drugshandel om te kunnen voorzien in het eigen gebruik. Deze vorm van drugsaanbod, ook wel ‘minimaal commercieel aanbod’ genoemd, verschilt van het commerciële drugsaanbod, dat vaker gerelateerd is aan de georganiseerde misdaad. Drugshandel was bovendien de meest voorkomende illegale activiteit onder de deelnemers aan de steekproef. Verder bleek dat er een relatie bestaat tussen criminaliteit en de huisvestingsomstandigheden van zwaardere gebruikers. “Uit mijn bevindingen rond illegale activiteiten van crackgebruikers blijkt dat gebrek aan huisvesting en financiële beperkingen sterk samenhangen met probleemgebruik en overlast”, aldus Oteo Pérez. “Als het rechtssysteem plaats kan bieden aan dit type aanbieder en kan zorgen voor evenredige beleidsmaatregelen, kan dat leiden tot een aanzienlijke toename van mogelijkheden voor rehabilitatie en maatschappelijke integratie.”

Ook pleit de auteur voor het voortzetten van de bestaande maatregelen in maatschappelijke zorg waarmee iets wordt gedaan aan deze omstandigheden – zoals huisvestingsinitiatieven en het onderbrengen van dakloze drugsgebruikers in projecten voor begeleid wonen – evenals nieuwe behandelmethoden. Oteo Pérez: “Een groot deel van deze groep aarzelt om aan een behandeling te beginnen, ook al zijn velen van hen wel bereid om te stoppen of te minderen. Om de kansen op succesvol ingrijpen te vergroten is het belangrijk aandacht te schenken aan nieuwe vormen van onderhoudsmedicatie om crackgebruikers in behandeling te houden, zoals opiaatsubstitutietherapie. Zo’n behandeling kan vooral effectief zijn bij het terugdringen van misdaad onder crackgebruikers die niet willen deelnemen aan afkickmethodes.”

Gegevens

Alberto Oteo Pérez, Urban Crack Users in the Netherlands: Prevalence, Characteristics, Criminality and Potential for New Treatments. Promotor: Prof. D.J. Korf. Copromotor: Prof. V.M. Hendriks.

Tijd en locatie

De promotie vindt plaats op woensdag 18 mei 2016 om 12.00 uur. Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 229-231