Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
In een belangrijke studie in het gezaghebbende wetenschappelijke tijdschrift PNAS is eind september geconcludeerd dat vrouwen minder kansen hebben op het verkrijgen van een Veni-subsidie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). In een ‘Letter to the editor’ in PNAS laten UvA-hoogleraar Sociologie Beate Volker en Wouter Steenbeek van Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) nu met een nieuwe analyse zien dat deze gender-ongelijkheid niet aantoonbaar is.
Gender symbols
Keoni Cabral - flickr CC

De eerdere studie (Van der Lee en Ellemers, PNAS 2015 vol. 112 no. 40) heeft tot veel kritische geluiden geleid. Verschillende onderzoekers wezen erop dat er mogelijk sprake is van de zogenoemde Simpson-paradox en dat er in de analyse niet voor andere factoren is gecontroleerd, wat kan leiden tot voorbarige conclusies.

Paradox

De Simpson-paradox kan optreden als er geen rekening gehouden wordt met de specifieke condities in verschillende contexten of groepen. In de studie uit september is geen rekening gehouden met de verschillen tussen wetenschappelijke disciplines. Vrouwelijke wetenschappers vragen relatief vaker subsidies aan in disciplines zoals de sociale en medische wetenschap. In deze disciplines is de aanvraagdruk veel hoger en zijn de kansen op succes voor iedereen – voor vrouwen én mannen - lager. Volker licht toe: ‘Als in de analyse geen rekening wordt gehouden met het verschil in kansen op succes per discipline, lijkt het alsof vrouwen over de hele linie benadeeld worden. Naast de disciplines is het ook van belang met andere factoren rekening te houden zoals de verschillende jaren waarin subsidies worden aangevraagd en vanuit welke instituten. Immers, het aantal potentiële subsidies per jaar is niet hetzelfde en het aantal vrouwen per instituut is ook niet gelijk. We probeerden in onze analyse voor dergelijke schommelingen en afhankelijkheden te controleren en zo de data optimaal te gebruiken.’

Geen rol voor sekse

Volker en Steenbeek analyseerden data van NWO uit de periode tussen 2006 en 2013. Daarbij hielden zij rekening met contexteffecten  zoals de verschillen tussen disciplines en de bijzondere eigenschappen van de data. ‘Op basis van onze analyse hebben we de veronderstelde gender bias niet kunnen aantonen. De verschillen tussen disciplines zijn dermate groot dat sekseverschillen in het niet vallen. Ook is het niet zo dat vrouwen in een van de verschillende sociaalwetenschappelijke disciplines meer kansen hebben. Sekse blijkt gewoonweg geen rol te spelen.’ 

De onderzoekers besluiten hun ‘letter’ met een pleidooi voor meer diepte-analyses, voordat NWO besluit haar procedures aan te passen.