Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Op 11 maart 2006, slechts twee maanden voordat het officiële strafproces afgerond zou zijn, overleed de voormalige Servische leider Slobodan Milošević in zijn cel. Alle bewijslast die het onderzoeksteam van het Joegoslavië-tribunaal, waar Nena Tromp deel van uitmaakte, verzameld had voor de vervolging, was niet meer nodig. Er kwam geen vonnis. Tromp maakte deze bewijslast onderwerp van haar promotieonderzoek, waarop ze vrijdag 18 september aan de Universiteit van Amsterdam promoveert.
Flickr CC
Foto: Flickr.com, 'Special Tribunal for Lebanon'

Tromp: ‘Het was zaterdagochtend 11 maart 2006, ik zat aan het ontbijt toen de telefoon ging. Het was Geoffrey Nice, de hoofdaanklager die het onderzoek van het Joegoslavië-tribunaal leidde naar de vervolging van Milošević.

‘Je hoeft vandaag niet naar kantoor te komen, hij is dood. Het heeft geen zin om vandaag, of op ieder ander moment, nog iets te doen. Het is afgelopen. Dit is het einde van het strafproces,’ vertelde hij me heel rustig.’  

Geen berechting, wel geschiedschrijving

Tromp was op dat moment zes jaar lid van het  Leadership Research Team dat onderdeel was van het bureau van de aanklager van het Joegoslavië-tribunaal dat het strafproces tegen Milošević leidde. Dat team bestond met name uit niet-juridische experts en onderzoekers die ingehuurd waren voor informatie en expertise op historische, politieke en militaire onderwerpen.

In haar onderzoek gaat Tromp in op aspecten van Milošević’ gedrag en op zijn uitspraken tijdens de rechtszittingen, waarbij hij zijn eigen verdediging voerde, in combinatie met zorgvuldig geselecteerd bewijsmateriaal uit een immens archief dat slechts bij een handjevol onderzoekers bekend is.

Het procesarchief bestond uit een enorme hoeveelheid aan bewijslast voor de politieke en strafrechtelijke verantwoordelijkheid van individuen voor het uiteenvallen van Joegoslavië en de massale wreedheden die daarbij plaatsvonden. Het proces duurde 467 dagen wat 49.191 pagina’s aan transcripten opleverde. Meer dan 400 getuigen werden gehoord.  De aanklagers dienden 5.750 documenten (150.000 pagina’s) als bewijs in en de verdediging van Milošević 2107 documenten (25.000 pagina’s). 

Het leiderschap van Milošević

‘Voor de analyse van dit onderzoeksmateriaal verdiepte ik me in de manier waarop onderzoekers door het bewijs van de Neurenbergse processen gingen, het proces tegen kopstukken van het naziregime in de Tweede Oorlog. Omdat de Milošević-rechtzaak draaide om zijn leiderschap en de vraag of hij zich al dan niet voor een crimineel plan had uitgesproken en dit ook had uitgevoerd, richtte ik mijn focus op drie thema’s: de leider, de ideologie en het plan,’ vertelt Tromp.

Door het strafproces moesten landen als Servië en Kroatië hun archieven openstellen waardoor de onderzoekers toegang hadden tot documenten die tot dan toe beschermd waren. Tromp: ‘Het proces is dan wel onafgemaakt, er is geen berechting, maar de grote hoeveelheid aan transcripten, getuigenverhoren en beschermde documenten biedt wel een unieke historische bron voor de geschiedschrijving over het conflict. Ik wilde dan ook voorkomen dat er niets meer mee zou worden gedaan’.

Het proefschrift wordt in 2016 als handelseditie uitgegeven door Routledge Publishers.

Promotiedetails

Mw. N. Tromp-Vrkić:  The Unfinished Trial of Slobodan Milošević: Justice Lost, History Told. Promotor is prof. dr. J. Th. M. Houwink ten Cate; copromotor is prof. dr. N. Adler.

Tijd en locatie

De promotieplechtigheid vindt plaats op vrijdag 18 september om 13.00 uur.
Locatie: Aula van de Universiteit van Amsterdam, Singel 411, Amsterdam.