Maarten van Bommel doet onderzoek naar karakterisering en het gedrag van kleurstoffen en organische pigmenten, van zowel natuurlijke als synthetische oorsprong, toegepast in roerend cultureel erfgoed. Het onderzoek richt zich op de chemische analyse, het bestuderen van historische bronnen, het vervaardigen van reconstructies en de studie naar degradatiemechanismes. Het uiteindelijk doel is een beter begrip te krijgen van de oorspronkelijke verschijningsvorm van kunst- en cultuurobjecten zodat deze in hun historische context kunnen worden geplaatst en als zodanig kunnen worden gepresenteerd.

In zijn nieuwe functie zal Van Bommel zich ook bezighouden met de natuurwetenschappelijke studie van de conserverings- en restauratiepraktijk, vanuit zowel een theoretische als een toegepaste benadering. Door de aanstelling aan zowel de Faculteit der Geesteswetenschappen als het Van 't Hoff Institute for Molecular Sciences (HIMS) van de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatie wordt een brug geslagen tussen de natuurwetenschappen en de kunst- en cultuurwetenschappen, twee disciplines die voor restauratoren van evenredig groot belang zijn. De positie van Van Bommel is tevens gerelateerd aan het Amsterdam Conservation Center in oprichting waarin het Rijksmuseum, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, de TU Delft en de UvA de krachten gaan bundelen.

Van Bommel is sinds 2011 werkzaam als wetenschappelijk medewerker bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Daarvoor werkte hij als programmaleider en senior onderzoeker bij Instituut Collectie Nederland, dat onder andere de kunstcollectie van de Staat der Nederlanden beheert. Van Bommel publiceerde tal van artikelen en is onder andere co-auteur van het boek Inside out Victory Boogie Woogie, a Material History of Mondrian’s Masterpiece (Amsterdam University Press, 2012).