Jeannette Pols richt zich in haar onderzoek op de ontwikkeling van empirische ethiek, een vorm van ethiek die sociaal wetenschappelijke en ethische vraagstukken verbindt. Empirische ethiek omvat de vergelijkende etnografische analyse van waarden en kennis die zijn ingebed of belichaamd in sociaal materiële praktijken. Het onderzoek levert inzicht in de feitelijke en wenselijke manieren waarop technologie zorg en samenleving mee vormgeeft.

Doel van het onderzoek is om normatieve richting te ontdekken en te ontwerpen in complexe technologische ontwikkelingen. Haar onderzoek kent drie hoofdlijnen waarin Pols zich richt op het thematiseren van de diversiteit aan waarden in de zorg, het analyseren van feitelijke en wenselijke posities van patiënten die technologie mede vorm geeft, en de analyse van praktische kennis van patiënten en hulpverleners. Pols hoopt met deze benoeming de samenwerking tussen de afdeling Sociologie en Antropologie en de sectie Medische Ethiek van het Academisch Medisch Centrum (AMC) te versterken.

Pols is werkzaam als universitair hoofddocent aan het AMC binnen de sectie Medische Ethiek van de afdeling Huisartsgeneeskunde. Ze was van 1995 tot 2006 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan het Trimbos-instituut. Haar proefschrift werd als boek uitgegeven. Daarvoor kreeg Pols de (eens per drie jaar uitgereikte) prijs van de Nederlandse Vereniging voor Bio-Ethiek. Vorig jaar publiceerde ze het boek Care at a distance. On the closeness of technology. bij Amsterdam University Press, een studie naar de ontwikkeling van telezorg.