Gerard Lewin gaat zich bezighouden met diverse aspecten van het burgerlijk procesrecht op het snijvlak van theorie en praktijk. Zo richt hij zich op de taakverdeling tussen de rechter en partijen bij het streven naar de totstandkoming van een eerlijk proces met een goede uitkomst. Ook heeft hij belangstelling voor de verhouding tussen de verschillende functies van rechtspleging, waarbij hij meent dat het zicht op het belang van individuele rechtsbescherming soms verloren dreigt te gaan. Hij gaat verdiepingscolleges verzorgen met bijzondere aandacht voor de weerbarstige rechtspraktijk en voor recente ontwikkelingen.

Lewin is werkzaam als raadsheer in het gerechtshof Amsterdam. Hij werkte van 1988 tot 1995 in Brussel, Den Haag en Amsterdam als actuaris bij het buitenlands bedrijf van een verzekeringsmaatschappij. Daarna maakte hij de overstap naar de rechterlijke macht, waarin hij in Middelburg, in Rotterdam en van 2004 tot 2010 op Curaçao werkte. Lewin promoveerde in 2010 op het proefschrift Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba aan de Universiteit van Curaçao. Eerder bewerkte hij het bekende 'boekje van Ras' over appelprocesrecht voor het Caraïbische deel van het Koninkrijk. Hij verzorgt een wekelijkse jurisprudentierubriek in het Nederlands Juristenblad.