Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Dhr. dr. J. Booij is benoemd tot hoogleraar Experimentele Nucleaire Geneeskunde, in het bijzonder onderzoek naar neuropsychiatrische aandoeningen, aan de Faculteit der Geneeskunde.
Foto: Jeroen Oerlemans.
Dhr. dr. J. Booij (1966) is benoemd tot hoogleraar Experimentele Nucleaire Geneeskunde, in het bijzonder onderzoek naar neuropsychiatrische aandoeningen, aan de Faculteit der Geneeskunde van de Universiteit van Amsterdam (AMC-UvA).

Neuronen in de hersenen kunnen met elkaar communiceren door onder andere boodschapperstoffen te produceren, zogenaamde neurotransmitters. Neuronen kunnen deze neurotransmitters herkennen omdat ze specifieke eiwitten tot expressie brengen (neuroreceptoren). Jan Booij richt zich in zijn onderzoek op het afbeelden en kwantificeren van neuroreceptoren met de beeldvormende technieken SPECT en PET. Dit is mogelijk door gebruik te maken van licht radioactief gelabelde farmaca, zogenaamde radiofarmaca. Een radiofarmacon bestaat uit twee delen: een deel dat het farmacologische gedrag bepaalt (het kan hechten aan een specifiek receptor), en een deel dat bestaat uit een radionuclide. Bij het verval van het radionuclide komt straling vrij die gedetecteerd kan worden met SPECT- of PET-technieken. Jan Booij sloot de afgelopen jaren onderzoek naar het afbeelden van dopamine-producerende neuronen met SPECT bij de ziekte van Parkinson en dementie met Lewy-lichaampjes succesvol af. Hierna heeft deze techniek een plaats in de klinische diagnostiek gekregen. Ook heeft hij zich intensief bezig gehouden met het afbeelden van dopamine-receptoren bij psychotische stoornissen en het bepalen van dopamine-afgifte door neuronen bij drugsverslaving. Tenslotte richtte zijn onderzoek zich op de rol van serotonine bij depressie, en de effecten van het gebruik van XTC op serotonine-producerende neuronen.

De onderzoeksgroep van Jan Booij houdt zich momenteel bezig met het ontwikkelen en evalueren van nieuwe radiofarmaca om dopamine-receptoren af te kunnen beelden met SPECT en PET. Klinisch georiënteerd onderzoek van zijn groep richt zich nu vooral op de rol van het dopamine-systeem bij cocaïneverslaving en bij obesitas.

Jan Booij is sinds 1994 in diverse functies aan het AMC verbonden. De laatste jaren als nucleair geneeskundige binnen de staf van de afdeling nucleaire geneeskunde. Daarnaast is hij recent toegetreden tot de neuroimaging commissie van de European Association of Nuclear Medicine.