Dhr. dr. J.M. Prins (1959) is benoemd tot hoogleraar Inwendige Geneeskunde, in het bijzonder de behandeling van infectieziekten aan de Faculteit der Geneeskunde van de Universiteit van Amsterdam (AMC-UvA).

Jan Prins richt zich in zijn onderzoek op de optimale behandeling van infectieziekten. De afgelopen jaren sloot hij onderzoeken naar de optimale behandelingsduur van pneumonie en verergeringen van COPD (chronisch obstructieve longziekte), en de behandeling van non-tuberculeuze mycobacteriële lymfadenitis (ontsteking van een of meer lymfeklieren) bij kinderen succesvol af. Prins houdt zich momenteel bezig met de behandeling van verergeringen van COPD en de evaluatie van kwaliteitsindicatoren om de behandeling van gecompliceerde urineweginfecties te verbeteren. Recent hebben op zijn initiatief de acht academische ziekenhuizen besloten landelijke onderzoeksactiviteiten naar infectieziekten te initiëren en te coördineren om zodoende de behandeling te optimaliseren.

Daarnaast vindt onder leiding van Prins in het AMC veel onderzoek plaats naar optimalisering van de huidige behandeling van hiv-infectie. Het gaat hierbij onder meer om therapietrouw, de behandeling van primaire hiv-infectie en seksueel overdraagbare aandoeningen bij hiv-patiënten (inclusief HPV-infecties).

Prins is sinds 1996 in diverse functies verbonden aan het AMC. De laatste jaren was hij werkzaam als hoofd van de hiv-polikliniek, opleider Infectieziekten en chef de policlinique Inwendige geneeskunde. Daarnaast is Prins onder meer secretaris van de SWAB, de Stichting Werkgroep Antibioticabeleid, en eindredacteur van het Nationale Antibioticaboekje van de SWAB. Een groot aantal ziekenhuizen (waaronder zes academische centra) gebruikt dit landelijke boekje inmiddels als basis voor hun lokale antibioticabeleid.