Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Mw. dr. L. Lie-A-Huen is benoemd tot hoogleraar Klinische Farmacie aan de Faculteit der Geneeskunde (AMC-UvA).
Lie a Huen
Foto Jeroen Oerlemans

Mw. dr. L. Lie-A-Huen (1954) is benoemd tot hoogleraar Klinische Farmacie aan de Faculteit der Geneeskunde (AMC-UvA) van de Universiteit van Amsterdam (UvA).

Loraine Lie-A-Huen richt haar wetenschappelijke aandacht op het specifieke onderdeel medicatie in het kader van patiëntveiligheid. Zij wil wetenschappelijk aantonen en implementeren dat een klinisch team vanuit de apotheek in een multidisciplinaire samenwerking met specialisten en verpleging tot nog betere patiëntenzorg leidt. Twee andere speerpunten zijn het investigator initiated geneesmiddelenonderzoek (waarbij het initiatief van de onderzoeker komt) binnen het AMC en klinisch farmacologisch onderzoek naar de relatie tussen farmacodynamiek (leer van de farmacologische effecten van een stof op het lichaam) en farmacokinetiek (leer die zich bezighoudt met de wijze waarop een medicijn in het lichaam wordt omgezet) van specifieke geneesmiddelen, met als doel de therapie per patiënt te kunnen individualiseren.

In 2007 is Lie-A-Huen gestart met het keuzevak Patiëntveiligheid, in het bijzonder de medicatieveiligheid, in het Curius-programma, het curriculum van de opleiding Geneeskunde. Zij vindt het belangrijk dat geneeskundestudenten zich in een vroeg stadium van hun studie realiseren welke rol zij spelen als het gaat om professioneel gedrag en multidisciplinair samenwerken met ziekenhuisapothekers.

Dat het AMC voor het eerst invulling geeft aan een leerstoel Klinische Farmacie is voor Lie-A-Huen, als eerste vrouwelijke hoogleraar-ziekenhuisapotheker, een extra uitdaging om haar ambities samen met haar collega's in de apotheek van het AMC waar te maken.

Lie-A-Huen werkt sinds 2004 als hoofd van de apotheek en medeopleider klinische farmacie in het AMC. Zij is opgeleid in het St. Antonius ziekenhuis in Utrecht en daarna Nieuwegein. Na haar opleiding is zij van 1982 tot 2000 verbonden gebleven aan de ziekenhuisapotheek van het St. Antonius ziekenhuis als ziekenhuisapotheker en klinisch farmacoloog. Zij promoveerde in 1991 aan de Rijksuniversiteit Groningen op het proefschrift Pharmacokinetics and Clinical Pharmacology of Flecainide in episodic treatment of paroxysmal atrial fibrillation.

Samen met de afdelingen Cardiologie en Anesthesie zette zij vanuit de ziekenhuisapotheek klinisch farmacologisch onderzoek op naar effectievere behandeling van patiënten met antiarrhythmica (geneesmiddel tegen hartritmestoornissen) en anesthetica, in het bijzonder Propofol. In het St. Antonius ziekenhuis heeft zij haar sporen verdiend door de realisatie van een afdeling Klinische Farmacie voor meerdere ziekenhuizen in de regio Utrecht en de opleiding tot ziekenhuisapothekers met de aantekening klinisch farmacoloog. Binnen de beroepsvereniging van Nederlandse ziekenhuisapothekers vervult zij het voorzitterschap van de commissie farmaceutische patiëntenzorg.