Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Dhr. dr. G.H.W. Verrips is benoemd tot bijzonder hoogleraar Mondgezondheid en kwaliteit van leven aan de Faculteit der Tandheelkunde (ACTA).

Dhr. dr. G.H.W. Verrips (1952) is benoemd tot bijzonder hoogleraar Mondgezondheid en kwaliteit van leven aan de Faculteit der Tandheelkunde (ACTA) van de Universiteit van Amsterdam (UvA). De leerstoel is ingesteld vanwege de Stichting Lorentz-van Itersonfonds TNO.

Als bijzonder hoogleraar gaat Erik Verrips zich in zijn onderzoek richten op het achterhalen van gedragsmatige determinanten van (mond)gezondheid in relatie tot kwaliteit van leven, en het ontwikkelen van modellen die deze relatie kunnen verklaren. Daarnaast zal hij aandacht besteden aan het ontwikkelen, evalueren en implementeren van interventies gericht op het waarborgen en bevorderen van de (mond)gezondheid en kwaliteit van leven. Ook het ontwikkelen van gezondheidsbevorderende interventies die door de jeugdgezondheidszorg en tandheelkundige zorgverleners kunnen worden geïmplementeerd (preventie van mondziekten, roken en overgewicht), krijgt een centrale plaats in Verrips onderzoek.

Verrips studeerde ontwikkelings- en klinische psychologie aan de universiteiten van Utrecht, Leiden en Amsterdam. Van 1983 tot 1988 was hij verbonden aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA), waar hij verantwoordelijk was voor het onderwijs in communicatieve vaardigheden. In 1988 trad hij in dienst van het Nederlands Instituut voor Preventieve Gezondheidszorg van TNO (NIPG-TNO), als senior onderzoeker bij de sector Tandzorg en Epidemiologie. In 1993 promoveerde hij op het proefschrift Child dental health and ethnicity in the Netherlands. Vanaf 1997 werkte Verrips achtereenvolgens als hoofd van de sector Kwaliteit van Leven en hoofd van de divisie Jeugd bij TNO. Tegenwoordig is hij bij TNO Preventie & Zorg verantwoordelijk voor de programmering van het onderzoek op het gebied van Jeugd en Gezondheid.