Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Dhr. prof. dr. W.S. Schlack is benoemd tot hoogleraar Anesthesiologie aan de Faculteit der Geneeskunde.

Dhr. prof. dr. W.S. Schlack (1963) is benoemd tot hoogleraar Anesthesiologie aan de Faculteit der Geneeskunde van de Universiteit van Amsterdam (UvA). Schlack is tevens benoemd tot voorzitter van de afdeling Anesthesiologie van het Academisch Medisch Centrum (AMC/UvA).

Met het ouder worden van de bevolking en het toenemend aantal ouderen dat zware operaties ondergaat, heeft co-morbiditeit een grote invloed op de anesthesie. De belangrijkste co-morbiditeiten bij oudere patiënten zijn hart- en vaatziekten. Zij zijn verantwoordelijk voor eenderde van alle complicaties en de helft van de sterfgevallen rondom operaties. In dit verband erkennen anesthesiologen in toenemende mate dat de keuze van een verdovingsmiddel niet alleen belangrijk is voor een optimale regulering van de diepte van de narcose en voor het handhaven van de hemodynamische stabiliteit. Sommige van de beschikbare stoffen - vluchtige verdovingsmiddelen - hebben ook uitgesproken hartbeschermende eigenschappen die het hart mogelijk kunnen beschermen tijdens episodes van ischemie (onvoldoende bloedtoevoer naar en zuurstoftekort van weefsel) en reperfusie (herstel van de bloedsomloop).

De afgelopen jaren heeft de werkgroep van Wolfgang Schlack zich beziggehouden met de karakterisering van de mechanismen van deze hartbescherming via verdovingsmiddelen. In verschillende diermodellen hebben zij laten zien dat de inhalatie van een vluchtig verdovingsmiddel de omvang van een experimenteel infarct met ongeveer vijftig procent kan verminderen. Deze hartbescherming duurt zelfs langer dan de blootstelling aan de verdovende substantie en wordt mogelijk gemaakt door acute veranderingen in de proteïnestructuur van het hart en door het stimuleren van de synthese van nieuwe beschermende proteïnes in de cel. Schlacks bevindingen zijn onlangs vertaald naar de klinische praktijk, voornamelijk voor patiënten die een hartoperatie ondergaan. Deze patiënten hebben tijdens de operatie altijd een periode van myocardiale ischemie (zuurstoftekort van de hartspier) als het hart stilstaat en niet wordt doorbloed. In deze klinische omgeving bevestigen steeds meer studies de hartbeschermende effecten van vluchtige verdovingsmiddelen. Bij de afdeling Anesthesiologie van het AMC zal Schlack zijn onderzoek voortzetten naar de betrokken beschermende mechanismen en de manier waarop deze het beste kunnen worden toegepast ten bate van patiënten.

Schlack was sinds 1992 verbonden aan de Universität Düsseldorf, sinds 1996 als senior-anesthesist en daarnaast sinds 2000 als chef de clinique van de afdeling Anesthesiologie van het universiteitsziekenhuis. Van 2003 tot 2006 was hij tevens hoogleraar en interim-directeur van die afdeling.